Eerste feministische golf
1870-1920
Vrouwen ontdekten dat zij op het gebied van onderwijs, politieke rechten, en rechtspositie een grote achterstand hadden en dat de 'taakverdeling' van de man en de vrouw nadeel werkte. De vrouwen wouden dit aanpakken maaar dat kon alleen door invloed uit te oefenen op de politiek. Dus moeste vrouwen stemrecht krijgen. Zo ontstond de kiesrechtstrijd.
de tegenstanders van het vrouwenkiesrecht vonden het raar dat de vrouwen hier mee kwamen want zij vonden de vrouw te zwak en te emotioneel voor de politiek.
De voorstanders vonden dat het belangrijk was voor de vrouwen, speciaal de gehuwde vrouwen en moeders, om stemrecht te hebben omdat de politiek zich steeds meer ging bemoeien met het gezinsleven.
Sommige organisaties legden de nadruk op de vrouwelijke kwaliteiten: als vrouwen stemrecht zouden hebben, zouden er in de toekomst minder oorlogen zijn. Belangrijker was echter dat in de deelnemende landen bleek dat vrouwen prima in staat waren om de werkzaamheden van de mannen over te nemen. Terwijl de mannen aan het front vochten, deden de vrouwen het werk en hielden de maatschappij draaiende. Zo bewezen zij het staatsburgerschap waard te zijn.
pas in 1919 kregen vrouwen kiesrecht, de eerste wereldoorlog speelde hierin een grote rol.
Terwijl de mannen aan het front vochten, deden de vrouwen het werk en hielden de maatschappij draaiende. Zo bewezen zij het staatsburgerschap waard te zijn. In Nederland in 1917 de schoolstrijd er nog bij. In 1917 kwam er patstelling in de politiek omdat de confessionele partijen voor deze verandering waren en te rest tegen. Om deze patstelling op te lossen beloofden de liberalen en de socialisten om de confessionele partijen te steunen, in ruil voor confessionele steun aan hun wetsvoorstel voor kiesrechtuitbreiding. Dit voorstel hield in: algemeen kiesrecht voor mannen en passief kiesrecht voor vrouwen.
Bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 1918 kwam Suze Groenweg als eerste vrouw in de Kamer, voor de SDAP. Bij de gemeenteraadsverkiezingen kwamen er honderd vrouwen in de verschillende gemeenteraden, dat was ongeveer één procent van alle gemeenteraadsleden.
In 1919 kregen vrouwen ook actief kiesrecht, en in 1922 waren de eerste Tweede-Kamerverkiezingen waarbij vrouwen zelf konden stemmen. Er kwamen zeven vrouwen in de Kamer, maar een revolutie, zoals sommigen gevreesd en anderen gehoopt hadden, bleef uit.
Maak jouw eigen website met JouwWeb